Moed
Inleiding door gespreksleider Floor Driessen
Al eeuwen houden filosofen zoals Plato en Aristoteles zich bezig met de vraag hoe je een goed leven leidt. Als leidraad daarvoor werden eerst de zogeheten ‘kardinale deugden’ bedacht: wijsheid, maat, rechtvaardigheid en moed. Deze werden later aangevuld met: geloof, hoop en liefde. In de bijeenkomst van 26 april gaan we tijdens het Socratisch Café in op een van die deugden, namelijk: moed. In één van de protocollen van het socratisch gesprek wordt moed op de volgende wijze getypeerd: “er is moed nodig om in een belangrijke situatie een drempel over te gaan, een horde te nemen, of een deur te openen”. Moed kan daarbij opgevat worden als iets moreels (bijvoorbeeld mensen die opstaan tegen onrecht) of als iets fysieks (zoals iemand uit het water redden).
In haar ‘capabilities approach’ noemt Nussbaum persoonlijke en sociale omstandigheden (capabilities) die nodig zijn voor menselijke waardigheid en kwaliteit van leven. Ze noemt bijvoorbeeld; de mogelijkheid om een gezond leven te leiden (in een schone en veilige omgeving wonen), het vermogen je te ontwikkelen (toegang tot onderwijs) en vrijheid van meningsuiting. Begrijpelijkerwijs is er soms veel moed nodig om deze omstandigheden te realiseren. In de geschiedenis, politiek of sport zijn genoeg voorbeelden van zulke menselijke moed te vinden. Ook dichterbij huis, in het persoonlijke leven kun je moedig zijn, bijvoorbeeld door op te komen voor wat of wie belangrijk voor je zijn. Je zou kunnen zeggen dat moed niet alleen iets is van helden met grootse daden maar ook van keuzes van gewone mensen in het dagelijks leven.
Je kunt je ook afvragen of er zoiets bestaat als ‘wenselijke moeilijkheden’; omstandigheden waardoor je weet dat je eigenlijk moediger bent dan je denkt of waardoor je zelfs oefent in moedig zijn (‘zonder wrijving geen glans’). Als je thuis op de bank televisie kijkt, is bijvoorbeeld een situatie die waarschijnlijk minder moed vraagt dan een auto te water zien gaan en dan te besluiten er achteraan te springen om de inzittende te reden. Gladwell beschrijft in zijn boek ‘David en Goliath’ bijvoorbeeld hoe een uitdagende situatie (die niet al te gevaarlijk is en die je dus goed doorstaat), je achteraf juist een opgetogen gevoel kan geven en kan zorgen dat je voortaan moediger bent.
Begrippen die je verder ook met ‘moed’ kunt verbinden, zijn: vasthoudendheid, standvastigheid, integriteit, durf, toewijding en kracht. Mogelijk interessante vragen om met elkaar te onderzoeken bij het thema ‘moed’, zijn:
1. Is moed een karaktertrek of concreet gedrag? Is moed aangeboren of aangeleerd?
2. Kun je zonder moed een goed leven leiden? Waarom wel/ niet?
3. Is moed datgene waardoor je in belangrijke situaties een drempel overgaat, horde neemt of deur opent (of komt dat bijvoorbeeld door een andere deugd, zoals behoefte aan rechtvaardigheid)?
4. Is er ergens tussen lafheid en overmoedigheid een ’goede’ hoeveelheid moedigheid; dat wat 'het juiste midden’ wordt genoemd? Wie bepaalt dat en hoe weet je dat?
Zin in een (moedig) gesprek over moed? Je bent de 26e van harte welkom!
Al eeuwen houden filosofen zoals Plato en Aristoteles zich bezig met de vraag hoe je een goed leven leidt. Als leidraad daarvoor werden eerst de zogeheten ‘kardinale deugden’ bedacht: wijsheid, maat, rechtvaardigheid en moed. Deze werden later aangevuld met: geloof, hoop en liefde. In de bijeenkomst van 26 april gaan we tijdens het Socratisch Café in op een van die deugden, namelijk: moed. In één van de protocollen van het socratisch gesprek wordt moed op de volgende wijze getypeerd: “er is moed nodig om in een belangrijke situatie een drempel over te gaan, een horde te nemen, of een deur te openen”. Moed kan daarbij opgevat worden als iets moreels (bijvoorbeeld mensen die opstaan tegen onrecht) of als iets fysieks (zoals iemand uit het water redden).
In haar ‘capabilities approach’ noemt Nussbaum persoonlijke en sociale omstandigheden (capabilities) die nodig zijn voor menselijke waardigheid en kwaliteit van leven. Ze noemt bijvoorbeeld; de mogelijkheid om een gezond leven te leiden (in een schone en veilige omgeving wonen), het vermogen je te ontwikkelen (toegang tot onderwijs) en vrijheid van meningsuiting. Begrijpelijkerwijs is er soms veel moed nodig om deze omstandigheden te realiseren. In de geschiedenis, politiek of sport zijn genoeg voorbeelden van zulke menselijke moed te vinden. Ook dichterbij huis, in het persoonlijke leven kun je moedig zijn, bijvoorbeeld door op te komen voor wat of wie belangrijk voor je zijn. Je zou kunnen zeggen dat moed niet alleen iets is van helden met grootse daden maar ook van keuzes van gewone mensen in het dagelijks leven.
Je kunt je ook afvragen of er zoiets bestaat als ‘wenselijke moeilijkheden’; omstandigheden waardoor je weet dat je eigenlijk moediger bent dan je denkt of waardoor je zelfs oefent in moedig zijn (‘zonder wrijving geen glans’). Als je thuis op de bank televisie kijkt, is bijvoorbeeld een situatie die waarschijnlijk minder moed vraagt dan een auto te water zien gaan en dan te besluiten er achteraan te springen om de inzittende te reden. Gladwell beschrijft in zijn boek ‘David en Goliath’ bijvoorbeeld hoe een uitdagende situatie (die niet al te gevaarlijk is en die je dus goed doorstaat), je achteraf juist een opgetogen gevoel kan geven en kan zorgen dat je voortaan moediger bent.
Begrippen die je verder ook met ‘moed’ kunt verbinden, zijn: vasthoudendheid, standvastigheid, integriteit, durf, toewijding en kracht. Mogelijk interessante vragen om met elkaar te onderzoeken bij het thema ‘moed’, zijn:
1. Is moed een karaktertrek of concreet gedrag? Is moed aangeboren of aangeleerd?
2. Kun je zonder moed een goed leven leiden? Waarom wel/ niet?
3. Is moed datgene waardoor je in belangrijke situaties een drempel overgaat, horde neemt of deur opent (of komt dat bijvoorbeeld door een andere deugd, zoals behoefte aan rechtvaardigheid)?
4. Is er ergens tussen lafheid en overmoedigheid een ’goede’ hoeveelheid moedigheid; dat wat 'het juiste midden’ wordt genoemd? Wie bepaalt dat en hoe weet je dat?
Zin in een (moedig) gesprek over moed? Je bent de 26e van harte welkom!